Trickle down
Geen gebrek aan landgoederen hier. Vroeger speeltuinen van de welgestelden, die hier hun private jachtgronden hadden. Of melkkoe van de landadel, zoals de 685 hectaren van Ampsen. Een leuk optrekje mocht daarbij natuurlijk niet ontbreken; het is aannemelijk, dat er onder de edelen een stevige competitie bestond, om de hoogst mogelijke status ten toon te spreiden. Sinds het lijfeigenschap is afgeschaft en een minimumloon is ingesteld, is deze rijkeluishobby echter veelal onbetaalbaar geworden. Daarom is tegenwoordig de gewone burger welkom. Als belastingbetaler, als donateur, als consument en uiteraard als vrijwilliger – want zonder onbetaalde krachten draait er tegenwoordig niet veel meer, we zien daar een interessante parallel met het slavernijverleden.
Maar laten we vooral de zonnige kant zien. Beheerders zijn creatief geworden in het verzinnen van eigentijdse verdienmodellen en zo kunnen we nu allemaal genieten van mooie pareltjes in het landschap. En hoewel het niet altijd van harte gaat, denk maar aan het Loo, is het toch interessant om je te realiseren dat veel cultuurmonumenten, die nu voor het grote publiek toegankelijk zijn, niet zouden bestaan als ze niet in het verleden door ambitieuze rijkaards voor eigen eer en status waren opgericht.
Door extensief beheer zijn is het formele karakter er meestal wel vanaf gegaan en heeft de ‘wilde’ natuur ook weer voet aan de grond gekregen rondom de overvloed aan rododendrons van weleer. Het landgoed van Ampsen is nog altijd familiebezit. Met een bescheiden budget streven de huidige generaties van eigenaren naar behoud en versterking van natuurwaarden.