18 oktober 2024
De gemaksmaatschappij geeft mensen steeds minder ruimte om tot expressie te komen door het bezitten van vaardigheden, door iets ‘in de vingers’ te hebben. Vaardigheden waaruit iemand plezier kan putten, zin en nut ontlenen, zelfvertrouwen en waardering kan krijgen, zich kan onderscheiden. Terwijl daar wel behoefte aan is. Een reclamespotje maakt het pijnlijk duidelijk: een vrouw zet de kant-en-klaar maaltijd op tafel, maar de huisgenoten hebben dat niet door, zij kan doen alsof ze het zelf heeft gekookt. De doe-het-zelver die met behulp van een gadget kan doen alsof hij handig is. Dit doen-alsof laat zien dat er een wezenlijk verlangen is om ‘iets uit je handen te laten komen’, een verlangen dat zich slecht verhoudt tot de commerciële boodschap dat wij gelukkig worden van gemak – uiteraard nadat wij al onze energie hebben verbruikt aan dienstbaarheid ten bate van maatchappelijke danwel economische belangen.
Overal zien we deze spagaat van gemak en zin. Wie kent nog het plezier van manuele vaardigheden. Zelf een stoel repareren bijvoorbeeld, of een trui breien. Het probleem is dat ‘the real thing’ niet komt aanwaaien. Échte vaardigheden worden door inspanning, met vallen en opstaan en door schade en schande verworven, we kunnen ons daartoe zetten als we het gemis sterk genoeg ervaren, maar dat wordt dus doorkruist door de verleiding van gemaksoplossingen.
Wat heeft dit met kunst te maken?
Waar steeds minder mensen zin, waardering en eigenheid kunnen ontlenen aan praktische vaardigheden, biedt de mogelijkheid om zich creatief te ontwikkelen een mogelijke uitweg. In een artistieke uiting kan iemand zich ontwikkelen en een persoonlijke identiteit verwerven; essentiële ingrediënten voor een zinvol bestaan.
Anders dan bijvoorbeeld sport of een verzamel hobby, ontbreekt bij fotografie, pottenbakken of kunstschilderen als expressiemiddel meestal een competitief element – het competitieve in de kunst heeft vooral met geld te maken. Kunst is niet goed te kwalificeren, sowieso maar tot op zekere hoogte, omdat het om een subjectieve beleving gaat en bovendien – met name bij veel moderne kunst – in een culturele en/of politieke context moet worden geplaatst. Dat is een reden waarom ambachtelijke vaardigheid ls graadmeter voor talent en commitment toch een kwalificeerbaar aspect kan toevoegen.
Hier geeft niet de mens aan kunst, maar de kunst aan mensen waarde. Dat sociale aspect uit zich ook in de vele kunstmarken en exposities in het land. Het aanbod is groot en gevarieerd. Het grote geld wordt er niet verdiend, de kunstenaars kopen vooral werken van elkaar en moedigen elkaar daarmee aan. Het laat zien dat mensen blij worden een vaardigheid en dat ook aan elkaar willen laten zien.